vrijdag 6 maart 2009

Concert voor piano en taxi-claxon

Eén van de merkwaardigste muzikale ervaringen beleefde ik in augustus 2005 toen ik met een groep gasten aankwam bij het hotel Centro Neotrópico in het plaatsje La Virgen de Sarapiquí, ongeveer 100 kilometer ten noorden van de hoofdstad van Costa Rica, San José. Wij kregen een ongebruikelijk verzoek van de hotelreceptie. Of we alsjeblieft niet wilden inchecken en stil wilden wezen. Het bleek dat er in de eetzaal een concert plaatsvond door een strijksextet. Niets opvallend was er te merken aan de musici: ze staken keurig in het zwart-wit en speelden alsof hun leven er van afhing. Het bijzondere was eerder de concertzaal: het was een half open ruimte die in directe verbinding stond met de natuur om het complex heen: de rivier de Sarapiquí en daarachter het primaire regenwoud.
De geluiden van de violen en cello’s werden zo vermengd met het onophoudelijke zacht geraas van de rivier erachter en de onwaarschijnlijke geluiden die het regenwoud bij nacht produceert: het metalige geluid van kikkers, cicaden die hele zakken met knikkers tegelijk op een plavuizen vloer lijken te laten vallen afgewisseld met een korte maar hevige hoosbui.
Een decor waar Brahms nooit van had kunnen dromen.

Het concert bleek te zijn georganiseerd in het kader van een jaarlijks terugkerend muziekfestival. Credomatic haalt in augustus van elk jaar uitstekende muzikanten naar Costa Rica. Hoewel San José het hart van het festival is, vinden veel concerten plaats in de provincie. Zo was bijvoorbeeld Corelli te horen met op de achtergrond een vuurspuwende vulkaan, Scarlatti aan de Caribische Zee en Mozart op de flanken van de vulkaan de Rincón de la Vieja.

Hetzelfde jaar bezoek ik (tijdens dat zelfde festival) een concert van de Canadese pianist Berkovsky, nu in het Nationale Theater in San José.
Het mooie theater werd aan het einde van de van de 19e eeuw door de landelijke koffie-elite neergezet om het culturele leven in de stad te stimuleren. Tegenwoordig, aan het begin van de 21ste eeuw, ligt het monument midden in de stad en is het omzoomd door belangrijke verkeersaders.
Zo kan men binnen het theater niet alleen de gebruiken van het Costaricaanse concertpubliek observeren, maar tevens een hoop opsteken van de verkeersmores in de calles en avenidas van San José.

Het publiek is opvallend jong. Veel verliefde paartjes die voor niet al te veel geld zich laven aan een romantische sfeer waarin het heerlijk zoenen is. Er wordt veel gevraagd van het concentratievermogen van Berkovsky. Het theater is nog in originele staat en piept en kraakt al van zichzelf. Costaricanen zijn notoire telaatkomers. Ook vandaag laten ze zich niet onbetuigd. Met name de dameshakken klinken als pistoolschoten door de zaal. Costaricanen zijn ook ongeduldig. Met name in de langzame gedeelten tijdens het concert is dat goed hoorbaar. Niet echter van het luisterende publiek. Maar duidelijk te horen door de wanden van het theater is het onophoudelijk getoeter van de auto’s waarmee de berijders hun voorgangers erop wijzen dat het verkeerslicht net op groen is gesprongen en er zo langzamerhand eens haast gemaakt moet gaan worden.

Dit, zo realiseer ik me, is een concert in de stadsjungle.